De 24-jarige Sterre is een van de onderzoekers die je in 2022 kon tegenkomen in ons park. Deze tweedejaars masterstudent Environmental Biology, met als specialisme Behavioral Ecology, aan de Universiteit van Utrecht doet in samenwerking met Apenheul onderzoek bij onze berberapen. In een tweeluik nemen we je mee in de wereld van onderzoek!
Onderzoek in Apenheul
Wetenschappelijk onderzoek speelt een grote rol binnen Stichting Apenheul. Naast dat we zelf onderzoek verrichten, faciliteren we ook onderzoek van externe onderzoekers én werken we samen met diverse wetenschappelijke instituten en hogescholen. Hiermee leveren we een wezenlijke bijdrage aan het vergroten van onze kennis over de, veelal bedreigde, soorten die we in Apenheul hebben. Dat is belangrijk, want mede door relatief kleine populaties in het wild en de vaak moeilijke omstandigheden voor onderzoek ter plaatse, is die kennis vaak zeer schaars. Aanvullende studies, zoals dit onderzoek bij de berberapen, zijn dus onmisbaar om antwoord te krijgen op vragen die we in het wild niet kunnen onderzoeken. Daarmee dragen studies in en door Apenheul (in)direct bij aan het beschermen van dieren en hun leefgebieden.
Hoe meer we over ze weten, hoe beter we deze dieren ook in het wild kunnen beschermen!
Waarom dit onderzoek bij de berberapen van belang is
Als apenpark hebben wij de belangrijke taak een gezonde populatie van in het wild bedreigde diersoorten in stand te houden. Dit geldt voor alle dierentuinen die zijn aangesloten bij EAZA, een overkoepelende organisatie voor dierentuinen en aquaria. Ook streven we in Apenheul naar het continu verbeteren van het welzijn van onze dieren. Er is echter nog weinig onderzoek gedaan naar het belang van voortplanting en jongen op het gedrag en welzijn van apen; hebben dieren die kunnen voortplanten een positiever welzijn dan dieren die dat niet kunnen? En wat is het effect van jongen op het gedrag en dynamiek van een groep? Tijd om dat te bestuderen! We spraken Sterre over het onderzoek.
“Bij berberapen spelen jongen een centrale rol in de groep. Niet alleen de vrouwtjes, maar ook de mannetjes zijn erg betrokken bij hun nakomelingen. Dat komt niet vaak voor in het dierenrijk. Daarom is het erg interessant het effect van de kleintjes op het welzijn van de volwassen dieren te onderzoeken,” vertelt Sterre, die meestal om 09.00 uur ’s ochtends haar videocamera klaar zet bij het verblijf. Na een check of alle dieren aanwezig zijn, beginnen de observaties.
“In het begin moest ik de dieren nog echt leren herkennen en had ik vaker mijn verrekijker nodig als ze wat verder weg zaten. Maar na een tijdje herkende ik ze op de manier waarop ze bijvoorbeeld lopen. Voor dit onderzoek volg ik vooral individuele dieren gedurende 20 minuten. Waar bevinden ze zich, wat doen ze, welke interacties hebben ze met de andere dieren in de groep? Aan het eind van elke dag bewaar ik de video’s en schrijf ik mijn belangrijkste waarnemingen in een logboek.”
Lees in deel 2 over de resultaten van Sterres onderzoek!