Inleiding
In Apenheul maken bezoekers kennis met heel veel soorten apen en andere dieren. We leren onze gasten graag meer over de dieren hier én over hun situatie in het wild. Zo werken we aan onze missie: het stimuleren van liefde en respect voor dieren en natuur. Maar Apenheul is niet alleen op aarde om bewondering voor de natuur te creëren. We willen óók bijdragen aan het behoud van diersoorten (in dierentuinen én in het wild). Het houden van dieren brengt ethische kwesties met zich mee. Wij zijn graag open over de manier waarop wij daarmee omgaan. In deze ethische code beschrijven wij – na een inleiding over het houden van dieren - hoe Apenheul omgaat met de (meest voorkomende) ethische kwesties.
Missie
Apenheul heeft als missie om liefde en respect voor dieren en natuur te stimuleren bij alle bezoekers. Helaas worden veel apensoorten die je in ons park kan bewonderen, in het wild met uitsterven bedreigd. Dit geldt trouwens ook voor heel veel andere diersoorten. Dierentuinen hebben dus een belangrijke rol om bedreigde diersoorten in stand te houden. Het aantal diersoorten dat mede door de inzet van dierentuinen van uitsterven is gered, groeit nog steeds.
Samenwerkingen
Bij het houden van (exotische) dieren komt veel kijken. Apenheul is lid van de Nederlandse Vereniging van Dierentuinen (NVD) en van de European Association of Zoos and Aquaria (EAZA). Deze organisaties hebben kwaliteitsnormen en ethische codes waaraan de leden moeten voldoen. Apenheul is een toonaangevende dierentuin als het gaat om dierenwelzijn, de kwaliteit van dierverblijven, de verzorging van dieren en het bijdragen aan soortbehoud. We gaan zelfs nog een stapje verder dan de gezamenlijke normen die dierentuinen hebben opgesteld.
Fokprogramma's
Apenheul haalt geen dieren uit het wild. Om (genetisch) gezonde apengroepen te houden, werken we intensief samen met andere dierentuinen. We zijn onderdeel van verschillende, internationaal gecoördineerde fokprogramma’s, oftewel EEPs (EAZA Ex Situ Programmes). Simpel gezegd wisselen dierentuinen dieren met elkaar uit om genetisch gezonde populaties in stand te houden. Ook delen we kennis en expertise over het houden van dieren met elkaar. In Europa is EAZA verantwoordelijk voor de goede uitvoering van en het toezicht op die fokprogramma’s. Deelname aan fokprogramma’s is voor alle EAZA dierentuinen verplicht. Vanwege de kennis en expertise binnen EAZA, wisselen we binnen de fokprogramma’s bij voorkeur dieren van EAZA dierentuinen met elkaar uit.
Voor bijna alle diersoorten in Apenheul bestaat er een EEP. Ieder programma heeft een eigen coördinator die bepaalt welke dieren waarheen verhuizen. De coördinator wordt geadviseerd door een soortcommissie: een groep vertegenwoordigers uit verschillende dierentuinen die die soort houden en daarover veel kennis bezitten. Apenheul coördineert zelf de internationale fokprogramma’s voor de laaglandgorilla, wolaap, keizertamarin en Javaanse langoer. Ook hebben we zitting in een aantal soortcommissies en adviesgroepen (Taxon Advisory Group, oftewel TAG).
Diermanagement
Veel fokprogramma-coördinatoren hebben of ontwikkelen langetermijnstrategieën voor het behoud van de genetische variatie en de vitaliteit van de dierpopulaties die zij beheren. De ontwikkeling van de afgelopen jaren is dat veel fokprogramma’s voor apen heel succesvol zijn. Er worden zelfs meer dieren geboren dan er plaats beschikbaar is in de EAZA dierentuinen. Er ontstaat dan een surplus (overschot). Binnen de meeste fokprogramma’s wordt het goede beheer van de surplus-dieren dus een steeds belangrijkere taak. Een ‘one size fits all’-strategie is er niet. Dierentuinen gebruiken dus verschillende manieren om de groei van de populaties van de diverse diersoorten te beperken en om het ontstaan van een surplus zo klein mogelijk te houden.
Dierwelzijn
Ook Apenheul besteedt veel aandacht aan het voorkomen van surplus. Dat willen we in de eerste plaats zelf, maar het gebeurt ook op verzoek van de coördinatoren van de fokprogramma’s. Het betekent dat we voortdurend bezig zijn met het afstemmen van die verzoeken op onze eigen wensen en mogelijkheden. Het welzijn van de dieren is hierbij maatgevend. Het is niet eenvoudig om dierwelzijn te meten, maar we zijn bezig om een dierwelzijnscore te ontwikkelen. Dit doen we samen met de NVD, EAZA, andere dierentuinen en universiteiten.
Terug naar het wild?
Dieren terugplaatsen in het wild is meestal geen optie. Herintroducties, zoals die van de gouden leeuwaap in Brazilië waar Apenheul actief aan heeft bijgedragen, moeten voldoen aan strenge eisen die zijn vastgelegd door IUCN (een internationale organisatie voor natuurbescherming) en wetgeving vanuit de overheid. Bovendien is de looptijd lang, vereist het intensieve samenwerking tussen veel instanties en vraagt het veel geld en middelen. Ook moeten we inteelt voorkomen, willen we geen ziektes introduceren in het wild, moet er voldoende ruimte zijn en is het essentieel dat de oorzaken van de oorspronkelijke bedreiging niet meer aanwezig zijn. Voor herintroducties worden de meest geschikte dieren uit een fokprogramma uitgezocht. Dat zijn zelden surplus-dieren.
De meest voorkomende ethische kwesties
Zoals gezegd, brengt het houden van dieren ethische kwesties met zich mee. Het goed houden van dieren is een grote verantwoordelijkheid. Hieronder beschrijven we de manier waarop Apenheul omgaat met de meest voorkomende ethische kwesties. Het denken over dierwelzijn en ethiek staat niet stil. Daarom bespreken we jaarlijks welke dieren we in Apenheul houden en waarom. Ook wordt de Ethische Code jaarlijks opnieuw besproken en geaccordeerd in het Management Team (MT) van Apenheul. Mevrouw Sterck en de heer Verstappen vormen samen de dierencommissie binnen de Raad van Toezicht en worden betrokken bij herwaardering Ethische Code.
Apenheul heeft verder een Toetsingscommissie Ethiek die bestaat uit onze bioloog, curator, dierenarts, twee dierverzorgers en twee medewerkers van buiten de dierverzorging. Deze commissie komt in actie bij ethische kwesties. De curator bespreekt in samenspraak met de dierenarts de situatie en doet een voorstel. De Toetsingscommissie Ethiek toetst of alle mogelijkheden en stappen goed zijn onderzocht, om vervolgens een voorstel te doen. De uiteindelijke besluitvorming vindt plaats binnen het MT.
- Voeren door bezoekers
Bezoekers van Apenheul mogen dieren in Apenheul niet voeren. Alle dieren in Apenheul krijgen een speciaal dieet wat wordt samengesteld door onze voedingskundige. Voor hun gezondheid is het van groot belang dat we daar niet van afwijken. Dieren kunnen erg ziek worden van verkeerde voeding. Bovendien willen we het natuurlijk gedrag van de dieren stimuleren door ze zélf naar hun voedsel op zoek te laten gaan. Het komt voor dat bezoekers worden betrokken bij het voeren van de dieren. Denk hierbij aan speciale arrangementen, zoals een ‘dagje dierverzorging’ of bezoekers die de dierverzorgers mogen ‘helpen’ met voeren. In al deze gevallen gebeurt het voeren van de dieren altijd onder begeleiding van een ervaren dierverzorger.
- Presentaties met dieren
Apenheul wil bezoekers op een leuke manier iets leren over de dieren in het park én over hun soortgenoten in het wild. Dat doen we bijvoorbeeld tijdens (voeder)presentaties in het park. Hierbij volgen wij de EAZA richtlijnen voor het gebruik van dieren in publieksdemonstraties. Wij verplichten de dieren nooit om bij een voedering of een presentatie aanwezig te zijn. Ook maken wij geen gebruik van dwangmiddelen en stimuleren wij geen onnatuurlijk gedrag. Het eten dat de dieren tijdens een voedering krijgen, is een aanvulling op hun dieet en vormt geen onderdeel van hun dagelijkse nutritionele behoefte.
- Handopfok
Apenheul laat alle dieren zoveel mogelijk een natuurlijk leven leiden. Dat betekent ook dat we moeders zelf voor hun jongen laten zorgen en dat dierverzorgers geen pasgeboren dieren met de fles grootbrengen. Dit doen we alleen als de soort zo zeldzaam is, dat ieder overlevend jong een belangrijk verschil maakt voor het fokprogramma. Denk bijvoorbeeld aan diersoorten zoals de blauwoogmaki en de kroonsifaka. We kunnen onderscheid maken tussen mannelijke en vrouwelijke jongen (dat wil zeggen: de één wel en de ander niet). Dit is afhankelijk van de demografische structuur van de populatie.
- Zieke dieren langdurig behandelen
Vanzelfsprekend worden zieke dieren in Apenheul behandeld. Soms is een langdurige behandeling noodzakelijk die de kwaliteit van leven van het dier (ernstig) aantast. In zo’n geval overleggen we met de Toetsingscommissie Ethiek en de dierenarts of de behandeling niet te belastend is voor het dier en of we moeten overwegen om het dier in te laten slapen. Je kunt hierbij denken aan het (zeer) regelmatig moeten ‘pakken’ (vangen) van een dier of aan situaties waarbij langdurige separatie (het apart houden van een dier van de rest van de groep) vereist is.
- (Ongeneeslijk) Zieke dieren laten inslapen
Wanneer een ziek of gewond dier niet (meer) kan worden behandeld, vindt Apenheul het laten inslapen van een dier de beste keuze. Dit geldt ook voor het laten inslapen van dragers van een ziekte die een risico vormt voor mensen of andere dieren. In die gevallen zullen wij de aanwijzingen van de overheid en/of dierenarts opvolgen.
- Gebrek aan geschikte huisvesting
Zoals in alle dierentuinen, leven er ook in Apenheul dieren die hier niet langer kunnen blijven. Dit kan voorkomen omdat we inteelt moeten voorkomen of omdat een dier teveel onrust in de groep veroorzaakt. Het duurt soms lang voordat we een geschikte bestemming vinden voor een dier. Voor alle EEP-soorten zoekt de coördinator van het fokprogramma een nieuwe bestemming. Bij niet-EEP soorten neemt Apenheul zelf het initiatief. Zolang we in ons park een geschikt verblijf hebben voor het surplus-dier, is er geen probleem. Maar het kan voorkomen dat alle geschikte verblijven in gebruik zijn of dat het te lang duurt voordat we een geschikte bestemming hebben gevonden. In die gevallen kan het welzijn van het dier in het gedrang raken. Die situatie wordt verderop in dit document omschreven.
- Verhuizingen naar niet-EAZA dierentuinen
Apenheul verhuist geen dieren naar dierentuinen waar het dierenwelzijn niet kan worden gegarandeerd. Overplaatsing naar een EAZA dierentuin heeft daarom altijd onze voorkeur. De leden van EAZA moeten namelijk aan belangrijke eisen op het gebied van dierenwelzijn voldoen voordat zij lid kunnen worden van deze vereniging. Overplaatsing naar een niet-EAZA dierentuin is niet wenselijk, maar we sluiten het niet uit. Mocht deze situatie zich voordoen bij EEP-soorten, dan hebben we eerst goedkeuring van de coördinator van het fokprogramma nodig. Ook moet het verblijf van de dieren in orde zijn.
Deze inspectie doen we zelf bij dierentuinen waar we nog nooit eerder zijn geweest. Als de dierentuin al door andere EAZA-tuinen is geïnspecteerd, kan het zijn dat we daarop vertrouwen. Het is belangrijk dat we afspraken met de dierentuin maken over het toezicht op de dieren. Apenheul zorgt er altijd voor dat we zo betrokken mogelijk blijven bij de dieren op hun nieuwe bestemming. Bovendien gaat er tijdens de eerste dagen van een verhuizing vrijwel altijd een dierverzorger met de dieren mee, om onder andere kennis en ervaring over de soort en het individu over te dragen op de nieuwe verzorgers.
- Tijdelijke contraceptie
Apenheul maakt waar nodig gebruik van middelen om de voortplanting van bepaalde apensoorten te reguleren (contraceptie). We gebruiken altijd de middelen die het meest geschikt zijn voor de diersoort en die het beste bij de situatie passen. Apenheul kan verschillende redenen hebben om contraceptie toe te passen. Denk aan het voorkomen van inteelt, medische redenen, situaties waarbij de groep te groot wordt of het gebrek aan herplaatsingsmogelijkheden.
- Sterilisatie en castratie
Apenheul past zowel sterilisatie als castratie toe. Er is een aantal vrouwelijke dieren gesteriliseerd. Daarnaast zijn er ook verschillende mannelijke dieren gecastreerd, zodat we hen in de groep kunnen houden. Vaak gebeurt dit op advies van de EEP coördinator. In het algemeen zijn de ervaringen met gecastreerde mannen in sociale groepen goed. Nog niet voor alle soorten is bekend hoe groot het percentage gecastreerde dieren in een sociale groep kan zijn. Daar wordt bij een aantal soorten onderzoek naar gedaan. Dat doen we samen met verschillende (inter)nationale universiteiten en andere EAZA dierentuinen. Met name bij mensapen maken we vaker gebruik van reversibele anticonceptie, zoals de pil, de prikpil en implantaten.
- 'Single sex' groepen
In Apenheul leven groepen apen met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke individuen. Deze groepen worden ook wel ‘single sex’ of ‘bachelor’ groepen genoemd. We plaatsen ook dieren over naar andere dierentuinen met zulke groepen. Apenheul heeft hier overwegend positieve ervaringen mee.
- Reduceren van stress
Het komt voor dat Apenheul dieren behandelt met medicijnen die stress reduceren en/of angstgevoelens wegnemen (psychofarmaca). We doen dit bijvoorbeeld om ervoor te zorgen dat spanningssituaties niet escaleren of om dieren die om een of andere reden angstig gedrag vertonen tot rust te laten komen. We gebruiken deze medicijnen nooit langdurig, maar altijd gedurende een korte periode. Bijvoorbeeld tijdens een introductie van een nieuw dier in de groep.
- Opties wanneer dierwelzijn in het gedrang komt
Het komt voor dat het welzijn van één of meerdere dieren in een groep in het gedrang komt, bijvoorbeeld als de samenstelling van een groep verandert. Een groep kan te groot worden of te complex. Het kan ook voorkomen dat jonge mannen het gezag van de leider ondermijnen. Zulke situaties kunnen leiden tot gevechten, verstoringen van de balans in de groep of het uitstoten van bijna-volwassen dieren uit de groep. Vaak is dit natuurlijk gedrag. Als het welzijn van een dier of een groep dieren in het gedrang komt, zoeken we altijd eerst naar een interne oplossing. Wanneer die er niet is (bijvoorbeeld vanwege plaatsgebrek), volgt een eventuele overplaatsing naar een EAZA dierentuin. Overplaatsing naar een niet-EAZA dierentuin is niet wenselijk, maar sluiten we niet per definitie uit. Als alle mogelijkheden op de lange termijn niet haalbaar zijn en een verbetering van het welzijn is niet mogelijk is, kan er worden besloten om een dier in te laten slapen. Wij benadrukken dat dit altijd de laatste optie is. Voordat we dat punt bereiken, is er altijd uitvoerig overleg geweest met de dierenarts en de Toetsingscommissie Ethiek. We zijn continu bezig om deze situaties te voorkomen, te verminderen en te verfijnen, waarbij we soms ook onafhankelijke experts raadplegen.
- Dieren laten jongen voor het groepswelzijn
Voor de meeste diersoorten is de dynamiek van een natuurlijke groep waarin dieren worden geboren, opgroeien en weer vertrekken, een belangrijk onderdeel van het welzijn. Hun gedrag en behoeften zijn geheel afgestemd op het leven in een sociale groep. Volledige of gedeeltelijke anticonceptie heeft bij primaten invloed op de dynamiek in de groep. Op lange termijn kan dit negatieve gevolgen hebben voor hun welzijn. Als de jonge dieren kunnen verhuizen naar een andere, goede dierentuinen is dit geen probleem. Maar het kan voorkomen dat er gedurende lange tijd geen plaats is voor de jonge dieren. In dat geval staan we voor een ethisch dilemma en wegen we het groepswelzijn af tegen het individuele welzijn. Deze opties worden in nauw overleg met de EEP coördinator en binnen EAZA afgesproken. In enkele situaties is het dus mogelijk dat we voor het welzijn van de groep besluiten om (een aantal) vrouwen wel jongen te laten krijgen, ook al is van tevoren bekend dat de kans bestaat dat we die jongen in moeten laten slapen. In andere gevallen kan het beter zijn voor het welzijn van de groep om juist de oudere dieren uit de groep te halen, in verband met de stabiliteit en leeftijdsopbouw van de groep.
Tot slot
Het houden van dieren brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee, waar we ons in Apenheul zeer bewust van zijn. We werken continu aan het verbeteren van de huisvesting, voeding en zorg voor de dieren. Goed dierwelzijn is essentieel en staat bovenaan onze agenda. We realiseren ons dat het denken over ethiek en dierwelzijn niet stil staat en dat we dit niet allemaal alleen kunnen. We werken daarom samen met verschillende universiteiten en andere kennisinstituten om onze kennis over primaten te vergroten én te delen.