Wat is het tropisch regenwoud?

Het tropisch regenwoud ziet er heel anders uit dan bij ons. De bomen worden bijvoorbeeld veel groter dan in Europa. Veel soorten worden wel 40 tot 60 meter hoog! In tropische regenwouden komen ook veel meer soorten bomen en andere planten voor dan bij ons. De stammen en takken van de bomen in het regenwoud zijn overwoekerd met varens, orchideeën, bromelia’s en mos.

Regenwouden komen voor op vier werelddelen: in Zuid-Amerika, Afrika (ook op het eiland Madagaskar), Azië en een klein stukje van Australië. In de bossen van elk werelddeel groeien andere planten en bomen en leven andere dieren. En niet in elk werelddeel ziet het regenwoud er hetzelfde uit. Sommige tropische regenwouden staan het hele jaar door met de 'voeten' in het water, een soort moeras. Voor veel apensoorten zijn deze natte moeraswouden erg geschikt, omdat ze in de bomen leven, en zelden of nooit op de grond komen. Ze hebben dus helemaal geen last van het water. En roofdieren die op hun jagen, zoals panters, komen niet graag in de natte wouden. Maar tropische regenwouden komen ook hoog in de bergen voor. Deze wouden heten berg-regenwouden of nevelwouden. Hoog in deze bergen kan het ’s nachts behoorlijk koud worden. Er groeien dan ook andere planten in deze bijzondere regenwouden.

Het regenwoud is een regenmaker

Het tropische bos gaat goed om met alle regen die er valt. Het kan heel veel water opnemen en ook weer afgeven. Net als een spons. Een deel van de regen die op het woud valt, blijft hangen op de bladeren. Door de hoge temperatuur verdampt het water weer snel, stijgt op en valt later weer neer als regen. Op dezelfde plek of ergens anders.

Het grootste deel van het regenwater druipt langs de stammen en langs de planten die op de bomen groeien naar de grond. De bodem van een oerwoud bestaat eigenlijk uit één dichte wortelmassa. Het regenwater wordt meteen opgezogen door de boomwortels, opgenomen door de boom en verdampt weer via de bladeren. Zo ontstaat er dus weer nieuwe regen, die later ergens anders op het regenwoud neervalt.

Het kleine restje regen dat niet door de wortels wordt opgenomen, sijpelt langzaam weg. Al deze beetjes water samen vormen kleine beekjes, die weer uitkomen in een rivier. Het water in de rivier komt uiteindelijk in de zee terecht. Ook vanuit de zee verdampt veel water, dat later ook weer als regen op het woud zal vallen.

Schatkamer aan dieren en planten

Er leven ongelofelijk veel dier- en plantensoorten in het tropisch regenwoud. Wetenschappers denken dat ruim de helft van alle planten- en diersoorten van de hele wereld en 90% van alle soorten insecten in het tropisch regenwoud leeft! En dat terwijl het woud maar op 6% van de hele aarde te vinden is! Ook mensen maken op verschillende manier gebruik van deze ‘regenwoud-schatkamer’. De stoffen in planten zijn bijvoorbeeld de basis voor veel medicijnen, zoals pijnstillers en antibiotica. Ook veel specerijen, rubber en veel eetbare planten – zoals rijst, tomaten, vijgen, cacao,…- komen oorspronkelijk uit het tropisch regenwoud.

Apen

De meeste soorten apen leven in tropische regenwouden. Ze hebben zich helemaal aangepast aan het leven in deze wouden. Sommige apen hebben bijvoorbeeld een handige grijpstaart die hen helpt bij het slingeren tussen de hoge bomen. Andere hebben scherpe klauwtjes om over de harde, gladde stammen te kunnen lopen. Het hele jaar door vinden ze hier vruchten, noten en bladeren om te eten. Apen komen in alle werelddelen met regenwouden voor, behalve in Australië.

Planten en dieren werken samen

In het regenwoud werken planten en dieren veel samen. Veel dieren gebruiken planten als voedsel. Maar de planten hebben de dieren ook nodig, bijvoorbeeld bij de bestuiving van bloemen. In het tropisch regenwoud gebeurt dat door insecten, net als dat bij ons door bijen gebeurt. Maar er zijn in het regenwoud ook vleermuizen, vliegen en kolibries die voor de bestuiving zorgen. De verspreiding van zaden wordt door toekans, apen of knaagdieren gedaan. Als ze vruchten eten, komen de zaden vanzelf mee naar binnen, bij het poepen dus. Die zaden zijn goed beschermd en kunnen niet worden verteerd. De dieren poepen ze op een andere plek gewoon weer uit, zodat de zaden daar kunnen ontkiemen. De poep is voor het nieuwe plantje gelijk een portie mest!

Rijk, maar toch arm

De bodem van het oerwoud is haast nergens vruchtbaar. Dat is bijna niet te geloven, omdat er toch enorm veel planten er groeien. Gelukkig ligt er een dikke laag humus op de grond die voedingsstoffen opslaat. Als mensen de planten en bomen weghalen, en akkertjes aanleggen, is de bodem is al snel helemaal uitgeput. Er kan dan niets meer op groeien.

Waarom wordt het tropisch regenwoud gekapt?

Regenwoud wordt vaak gekapt vanwege het mooie en waardevolle hout van de bomen. In rijke landen, dus ook in Nederland, wordt van dit hout meubels, kozijnen of parket gemaakt. Het bos wordt ook gekapt om er andere gewassen op te verbouwen. Dat kunnen hele grote plantages zijn, waar bijvoorbeeld alleen maar oliepalmen geplant worden. Andere planten of dieren kunnen in zo’n plantage niet overleven. In veel stukken waar regenwoud groeit vindt ook mijnbouw plaats. Het bos verdwijnt omdat mensen naar goud, bauxiet, tantalium of andere grondstoffen zoeken. En soms proberen arme mensen proberen akkertjes aan te leggen op grond waar vroeger regenwoud groeide. Of ze laten er vee op grazen. De bodem is daar jammer genoeg helemaal niet geschikt voor is. Na één of twee jaar is de grond uitgeput en dan kunnen ze er niets meer mee. Ze hakken dan weer een nieuw stukje oerwoud om. Zo blijft er steeds minder over van het tropisch regenwoud.

Apen... hoe lang nog?

Net als talloze andere diersoorten, en uiteindelijk ook de mens, kunnen apen niet overleven zonder het tropische regenwoud. Maar er verdwijnt heel veel regenwoud. Iedere seconde, iedere dag... wel 150.000 km2 per jaar! Dat is meer dan drieënhalf keer de oppervlakte van heel Nederland. Steeds meer soorten apen komen daarom in gevaar. Ze dreigen uit te sterven. En niet alleen de apen verdwijnen, maar ook kikkers, luiaards, jaguars, insecten en heel veel andere dieren!

Iedereen kan helpen!

De tropische landen hebben hulp nodig van iedereen om het regenwoud te behouden. Alleen dan kunnen we samen slagen. Hier in Nederland moeten we dus net zo goed helpen als de mensen in Brazilië, in Indonesië of in Centraal Afrika. Politici zijn tegenwoordig vaak aan het overleggen over het tropisch woud. Dat doen ze omdat het redden van het regenwoud helpt tegen de klimaatverandering. Het bos is dus niet alleen voor de dieren belangrijk, maar voor ons allemaal! Daarom maken de rijkere landen afspraken dat ze armere landen helpen om goed voor het bos te zorgen.

Als iedereen iets voor het tropisch regenwoud doet, al is het maar een klein beetje, dan lukt het ons om het tropisch regenwoud te redden!

Wat kun jij doen?

Jij kunt ook helpen om het tropisch regenwoud te redden. Je kunt met spreekbeurten, opstellen en werkstukken vertellen over de problemen van het regenwoud. Je kunt er een artikel in de schoolkrant over schrijven of een brief over het regenwoud sturen naar iemand uit de politiek. Je kunt ook geld inzamelen voor projecten die helpen om het tropische regenwoud te redden. Want er is daar veel geld voor nodig; bijvoorbeeld om natuurreservaten te stichten, de mensen daar te helpen, informatiemateriaal te maken en nog veel meer.

Als je vader of moeder bij de bouwmarkt of het tuincentrum iets van hout gaat kopen - bijvoorbeeld een kozijn, een deur of tuinstoelen - dan kunnen jullie er samen op letten of deze spullen wel van ‘goed hout’ zijn. Als de spullen van tropisch hout zijn gemaakt, let dan of het hout een ‘FSC-keurmerk’ heeft. Dit keurmerk geeft aan dat voor het maken van dit product niet zomaar tropisch bos gekapt is in Afrika, Azië of Zuid-Amerika.