‘Een aap’ bestaat niet!

‘Een aap’ behoort altijd tot ‘een soort’ en er bestaan veel verschillende soorten apen. Er zijn grote en kleine apen, zwarte en rode, apen mèt en apen zonder staart, en ga zo maar door. Wat voor een doodshoofdaapje klopt, klopt bij een orang oetan juist net niet. En een slingeraap zou bijvoorbeeld met het menu van een brulaap helemaal niet blij zijn…

Als er duidelijke verschillen zijn, zie je gelijk dat het om apen van verschillende soorten gaat. Maar soms zijn er ook verschillen tussen soorten die je niet zomaar kunt zien. Niet elke soort wordt bijvoorbeeld even oud, of eet hetzelfde of krijgt evenveel jongen. In het totaal zijn er wel 220 soorten apen op aarde. Daarvan zijn er dus echt geen twee hetzelfde! Maar in deze tekst gaan we niet zo erg naar al die verschillen tussen alle soorten apen kijken, maar juist naar de overeenkomsten. Want die zijn er ook.

Tropische regenwouden

Hoe verschillend alle soorten apen ook zijn, bijna allemaal komen ze uit het tropisch regenwoud. Tropische regenwouden vinden we in Midden- en Zuid-Amerika, Afrika en Azië. In deze werelddelen kun je dan ook apen in het wild tegenkomen. In Australië bestaat ook wel een stukje regenwoud, maar daar komen geen apen voor. In het tropisch regenwoud is het erg vochtig en warm. Er groeien duizenden soorten planten, bomen en bloemen; veel meer dan in een Nederlands bos. Veel bomen worden ook een stuk hoger dan bij ons. De meeste apen leven in deze hoge bomen. Ze klimmen op een hoogte van zo’n 15 à 30 meter door de takken. Dat is ongeveer tussen de 5de en 10de verdieping van een flatgebouw! Apen zijn dus heel goed aangepast aan het leven in bomen, het zijn uitstekende klimmers.

Handige voeten

Apenhanden lijken best veel op mensenhanden. Bijna alle apensoorten hebben aan elke hand vijf vingers. Hun duim kunnen ze gemakkelijk bewegen en als ze een tak beetpakken dan grijpen ze met de duim aan de ene kant van de tak en met de andere vier vingers aan de andere kant. Precies zoals jij dat ook zou doen als je een tak beet pakt om in een boom te klimmen! Alleen bij slingerapen is er bijna geen duim meer te zien en ook gibbons hebben maar een piepklein duimpje. Dat zijn dan ook uitgerekend twee apensoorten die echt door de takken slingeren en zwaaien, en hun handen alleen maar als een soort haak gebruiken.

Apen hebben heel veel gevoel in hun vingers en kunnen ook kleine voorwerpen pakken. De meeste apensoorten zouden zelfs wel in staat zijn om een draadje door het oog van een naald te doen als ze hun eigen kleren zouden moeten naaien. Bijna alle apensoorten hebben ook, net als de mensen, platte vingernagels. Alleen een groep kleine aapjes uit Zuid-Amerika, de dwergaapjes, hebben klauwvormige nageltjes. Daarom worden ze ook wel ‘klauwaapjes’ genoemd. Zij lopen net als eekhoorntjes langs de boomstammen en over de takken. Ze houden zich met hun scherpe nageltjes in de bast vast, in plaats van de takken beet te grijpen zoals de andere apen. De voeten van apen zien er bijna precies zo uit als hun handen. De grote teen ziet er uit als een duim, en apen kunnen met hun voeten ook net zo goed grijpen als met hun handen. Zulke voeten zijn erg ‘handig’ als je veel moet klimmen!

Alle kleuren van de regenboog

Net zoals wij mensen kunnen apen een heleboel kleuren waarnemen. Dat is op zich niet zo vanzelfsprekend, want veel dieren, zoals bijvoorbeeld katten, honden of cavia’s zien alles alleen zwart, grijs en wit of in nog enkele andere kleuren. Voor apen is het wel handig om kleuren te zien. Aan de kleur van een vrucht kunnen ze namelijk al op een afstandje zien of het een rijpe, lekker zoete vrucht is, of een onrijpe.

Ook zitten de ogen van apen altijd aan de voorkant van het hoofd en kijken beide ogen dezelfde kant op. Paarden of konijnen bijvoorbeeld, kunnen dankzij hun opzij gerichte ogen bijna helemaal rond om zich heen kijken zonder hun hoofd te draaien. Apen zien, net als mensen, alleen maar wat er gebeurt in de richting waar ze hun hoofd naar toe draaien. Maar het heeft ook z’n voordelen om beide ogen naar voren gericht te hebben: je kunt daardoor afstanden goed inschatten. Dat is wel belangrijk als je zo hoog boven in de takken klautert, springt en zwaait!

Apenkinderen

Apen krijgen vergeleken met andere zoogdieren vrij weinig kleintjes. Meestal wordt maar één enkele baby per keer geboren en het duurt bij apen ook vrij lang voordat het volgende broertje of zusje geboren wordt.

Een apenbaby wordt altijd al met een vacht geboren en kan gelijk ook al om zich heen kijken. Het pasgeboren aapje houdt zich direct al stevig vast in de vacht van zijn moeder, maar verder kan zo’n baby nog niet veel. Vooral de moeder moet voor de opvoeding van haar baby zorgen. Die baby moet nog heel veel leren. Dat doet hij door goed te kijken wat de moeder en de andere groepsleden doen. Apen weten namelijk veel minder ‘automatisch’ vanaf de geboorte dan veel andere dieren. Ze zijn pas laat volwassen en daardoor hebben ze voldoende tijd om als kinderen alles te leren wat belangrijk is om in het regenwoud te overleven. Alleen bij enkele apensoorten (zoals de dwergapen en de titi’s) bekommert ook de vader zich veel om de nakomelingen.

Eten

De meeste apen eten voornamelijk planten. Dat kunnen vruchten zijn, maar ook stengels, bladeren, bloesems, noten en kruiden. Als ze een vogelnestje vinden, dan eten ze ook graag de eieren op. Insecten zijn ook een echte lekkernij voor apen. Sommige apensoorten eten af een toe ook wel een hagedisje of een lekkere kikker. Voor dwergaapjes is het sap van lianen en de hars van bomen ook belangrijk voedsel.

In Apenheul krijgen de apen van alles wat je bij de groentewinkel kunt kopen. Gelukkig lusten de apen in een dierentuin niet alleen maar tropische vruchten, maar ook appels, peren, meloen, druiven en ga maar zo door. Per soort ziet de voedselsamenstelling er altijd een beetje anders uit. Naast groenten en fruit worden ook meelwormen en sprinkhanen, droge apenbrokken en bladeren gevoerd. En de dwergapen krijgen bovendien Arabische gom, een boomhars, waar ze in de natuur ook gek op zijn.

Vijanden

Alleen in een groep voelen de meeste apensoorten zich op hun gemak en veilig. Want apen hebben veel vijanden. Die moeten op tijd worden ontdekt, zodat de apen nog kunnen vluchten. Als vele apen samen goed opletten, wordt de vijand eerder ontdekt! De natuurlijke vijanden van apen zijn roofdieren (zoals luipaard, jaguar of nevelpanter), roofvogels en soms ook slangen en krokodillen.

De grootste vijand van apen echter is de mens. Op heel veel apensoorten wordt er jacht gemaakt. Omdat de jagers het apenvlees eten of omdat ze het willen verkopen op de markt. Soms wordt ook op apen gejaagd, omdat ze zo’n mooie vacht hebben of omdat ze als huisdieren kunnen worden verkocht. Het grootste probleem is echter zeker dat het regenwoud alsmaar kleiner wordt. Om dorpen, wegen en akkers aan te leggen en om het waardevolle hout te kunnen verkopen wordt er alsmaar meer bos weggekapt. En zonder regenwoud kunnen de apen niet overleven.

Wist je dat…

  • ...er een groep apen bestaat, die 'halfapen' wordt genoemd? Die zien er een beetje anders uit. Ze zijn minder slim en kunnen geen kleuren zien. Maar verder zijn het – ondanks hun rare naam – wel gewone apen! De bekendste halfaap is de ringstaart maki, ofwel katta.
  • ...we gorilla’s, chimpansees, bonobo’s en orang-oetans mensapen noemen? Mensapen hebben langere armen dan benen, ze hebben geen staart en ze zijn bijzonder slim. Ze besteden heel veel tijd aan de opvoeding van hun kinderen. ... De sterkste van alle apen is de gorilla. Hij is niet echt enorm groot, maar gorilla’s zijn wel heel erg gespierd. Een mannetjes-gorilla weegt zo’n 200kg. De vrouwtjes zijn kleiner en lichter; zij wegen rond de 100kg.
  • ...de kleinste aap de pygmee-oeistitie uit Zuid-Amerika is? Zo’n aapje weegt als volwassen diertje maar 120gram. Er is een halfaap, die nog kleiner is, de dwergmuismaki. Die weegt maar ongeveer 30 gram.
  • ...van alle dieren apen de meeste verwantschap met mensen hebben? Het hoeft je dus niet echt te verbazen dat veel van de bovengenoemde apen-kenmerken ook voor jou van toepassing zijn. Alleen klim jij vast niet door de bomen van het oerwoud!