Bouwen voor apen in Apenheul

De verblijven van apen in Apenheul horen veilige, 'gezellige', goed benutbare, 'spannende', goed schoon te houden en afwisselende ruimtes voor de nacht en de winter te zijn. Maar 'benutbaar' is bijvoorbeeld voor een grondbewonende aap iets heel anders dan voor een boombewonende soort. 'Gezellig' en 'veilig' is voor een soort die in grote groepen leeft weer iets heel anders dan voor een soort die in kleine families leeft. Apenheul heeft daarom verblijven en de verzorging van de apen aangepast aan de verschillende soorten apen. Alleen dan kunnen wij veel van het natuurlijke gedrag van de apen in Apenheul bewonderen.

Koud

Het is in ons klimaat in het algemeen te koud voor de meeste apensoorten om altijd buiten te zijn. Toch wordt ernaar gestreefd om de apen in Apenheul alleen dàn binnen te sluiten als de gebieden door het ijs op de grachten niet meer afgesloten zijn of als er risico ontstaat van bevriezing van lichaamsdelen. Voor deze perioden zijn goede binnenverblijven noodzakelijk. Ook worden de meeste apen 's nachts binnen gehouden. Niet alleen voor de kou, maar ook om ze allemaal wat beter te kunnen controleren: zijn alle apen er nog, zijn alle apen gezond, zijn er zwangere vrouwtjes, moeten er medicijnen worden toegediend...

Frisse neus

Er worden ook wel (tijdelijke) buitenkooien geplaatst, zodat apen de hele winter toch zelf uit kunnen maken of ze naar buiten willen of niet. In de praktijk blijkt dat de apen, ook als het koud is, regelmatig een frisse neus gaan halen, maar niet lang buiten blijven. Om de temperatuurovergang niet te groot te maken, wordt in de binnenverblijven niet tot 'tropensfeer' gestookt, de temperatuur is er zelfs vrij laag. Pas bij temperaturen lager dan 16 °C krijgen de meeste apensoorten ‘kippenvel’ en wordt hun gewone gedrag verstoord. Dan kruipen ze alleen nog maar dicht tegen elkaar aan, voor elkaars warmte. Alleen de Berberapen hebben in Apenheul geen binnenverblijven. Zij kunnen wel schuilen in de tunnel of onder overhangende rotsen als ze dat nodig vinden. Berberapen leven zó ver van de evenaar, dat zij de seizoensveranderingen van het Nederlandse klimaat als normaal ervaren. In het Atlasgebergte in de Noord-Sahara, waar ze in het wild voorkomen, kan het ook flink koud zijn. Medische begeleiding van de Berberapen is dan ook wel eens lastig. Als er echt iets aan de hand is, moet de betreffende Berberaap uit de groep worden geïsoleerd.

Genoeg materiaal

De meeste apen kennen in hun oorspronkelijke leefgebied geen winter. Ze hebben in het oerwoud altijd voldoende (nest)materiaal tot hun beschikking. De bomen, bladeren en humuslaag worden afgezocht naar bruikbaar materiaal of lekkere hapjes. In Apenheul wordt in de winter allerlei extra materiaal aangeboden, zoals takken, twijgen, knoesten, bladeren, houtsnippers, stro, houtwol, kartonnen dozen, rollen wc-papier, enzovoort. In dit materiaal kunnen insecten worden verstopt of losgelaten, zoals meelwormen, krekels, sprinkhanen en wandelende takken. Net als in het oerwoud kunnen de apen zelf op zoek gaan naar deze lekkere hapjes.

Voedsel

Voor vrijwel alle diersoorten bestaat het grootste gedeelte van de dag uit een zoektocht naar voedsel. Hiervoor worden soms grote afstanden afgelegd. Apen die bijvoorbeeld alleen bepaalde rijpe vruchten eten, moeten van boom naar boom op zoek gaan naar de goede exemplaren. Andere apen zijn tussen dode bladeren en schors op zoek naar insecten en andere lekkere hapjes. Tekort doen aan deze zoektocht naar voedsel, is tekort doen aan het natuurlijke gedrag van de apen. In Apenheul wordt daarom het voedsel verspreid over de dag gegeven, soms zelfs verstopt. De apen blijven op deze manier geprikkeld om zelf hun eten te zoeken. Overigens vinden ze ook in het Nederlandse bos eetbare insecten, bladeren en bladknoppen.

Met of zonder boom

Vooral voor apen die de bomen niet beschadigen biedt de Nederlandse natuur een prima verblijf. Deze apen hebben daarom grote buitenverblijven: stukken Nederlands bos, waar niets anders mee gedaan is dan er een hek of een gracht omheen te maken. Soms zijn klimrekken en touwen toegevoegd.

Voor de soorten die bomen wèl beschadigen (bijvoorbeeld doordat ze de bladeren eten of slaapnesten in de kruinen maken) moet een alternatief worden bedacht. De bomen in ons klimaat zijn, in tegenstelling tot tropische bomen, er niet op ingesteld om snel te herstellen van een apen-bezoek. Daarom worden in Apenheul beschermende kokers rond de stammen aangebracht. De apen kunnen niet meer in de boom klimmen, maar de kokers zijn wel 'gebruikersvriendelijk'. De apen kunnen zich er bijvoorbeeld achter verstoppen. Schrikdraad passen we soms ook toe. In de natuur schrikken de apen ook door van alles en nog wat! In de buitenverblijven van deze soorten worden extra speelattributen, touwladders, klimrekken en schommels toegevoegd. Ook voorzieningen als schuttingen en schermen, die zichtlijnen onderbreken zijn hierbij belangrijk. Al missen de apen het dichte gebladerte van een boom, ze kunnen zich altijd van de anderen afzonderen of verstoppen.

Eigen patroon

Bij het ontwerpen van de apenverblijven wordt ervan uitgegaan dat de apen, zoveel als maar enigszins mogelijk is, volgens hun eigen natuurlijke patronen moeten kunnen leven en bewegen. Aangezien vrijwel alle apensoorten in het tropisch regenwoud leven, heeft Apenheul zijn binnen- en buitenverblijven ingericht alsof het een woud is. Touwen en touwladders functioneren als lianen, rekken als takken, enzovoort. Daarbij komt dat iedere apensoort een eigen sociale structuur heeft. Ook hiermee wordt rekening gehouden bij de inrichting van apenverblijven.

Familie of groep?

De sociale structuur van apen is te onderscheiden in twee categorieën: de familie en de groep. De familie bestaat uit vader, moeder en kinderen. De groep bestaat uit meerdere volwassen, onverwante mannen, vrouwen en hun kinderen in één groep. Binnen een groep zijn regelmatig spanningen omdat rangorde een belangrijke rol speelt. Veel dieren zijn niet verwant en er is een voortdurende concurrentie om voedsel, aandacht van de leider, 'versieren' van bronstige vrouwtjes, favoriete plekjes, enzovoort. Deze spanningen hoeven er helemaal niet toe te leiden dat een dier de groep verlaat.

Dat is wel het geval in een familie. Wanneer in een familie spanningen ontstaan, is dat omdat de ouders een van de kinderen dwingt om ‘het huis uit te gaan’. Andere spanningen komen in een apenfamilie nauwelijks voor.

Binnenverblijven voor een familie

Op basis van de sociale structuur zouden families toe kunnen met één binnenverblijf. Maar bij de meeste families speelt geur een belangrijke rol. Zij markeren hun territorium met 'geurvlaggen' zodat er geen andere families in de buurt komen. De binnenverblijven zijn daarom in tweeën gedeeld. Zo kan één binnenverblijf worden schoongemaakt, waarbij de geurmarkeringen verdwijnen, terwijl de geur in de andere helft intact blijft. De 'vieze' helft dient dan als vertrouwde uitvalsbasis om in de andere, schone helft weer geurmarkeringen aan te brengen.

Wanneer in Apenheul de apenkinderen door de ouders gedwongen worden om de familie te verlaten, zoeken de dierverzorg(st)ers een lotgenoot van het andere geslacht, binnen of buiten Apenheul.

Binnenverblijven voor een groep

Voor de dieren met een groepsleven is 'privacy' belangrijk. Een dier moet zich kunnen terugtrekken uit het zichtsveld van een (slechts tijdelijke!) 'vijand'.

In Apenheul hebben apen met een groepsstructuur de beschikking over meerdere verblijven, die met elkaar in verbinding staan. Op die manier kunnen de dieren uit elkaars zicht gaan zitten, of juist elkaar opzoeken. Net als in het wild blijft communicatie door geluid en geur nog steeds mogelijk, ook als ze elkaar niet (willen) zien.

Door verblijven of tunnels in een kring aan elkaar te schakelen heeft ieder verblijf automatisch (minimaal) twee in- en uitgangen en kunnen de vluchtwegen nooit door één 'vijand' geblokkeerd worden. De dieren kunnen elkaar bij ruzie in cirkels achterna zitten, waardoor (theoretisch) een oneindig groot parcours kan worden afgelegd. Er is altijd een open vluchtweg in geval van een conflict, en 'doodlopende straatjes' komen in deze verblijven niet voor. Net zo min als dat je in een oerwoud opeens niet meer verder kunt. Bovendien zijn er minimaal twee doorgangen tussen binnenen buitenverblijven, zodat een dier een ander niet kan dwingen om binnen of buiten te blijven. Ook wordt het voedsel op verschillende plaatsen tegelijk aangeboden, zodat één of twee dieren de lager geplaatste dieren niet van het voedsel kunnen weghouden. Ook een boom met lekkere vruchten in het oerwoud strekt zijn takken uit naar alle rangen en standen van de apengroep die voorbij komt!

Contact

Wanneer twee groepen of families van één soort in hetzelfde gebouw in Apenheul gehuisvest zijn, worden er visuele barrières aangebracht die zichtcontact tussen beide groepen of families onmogelijk maken. Opvallend is dat geluids- en geurcontacten vaak geen agressie opwekken, terwijl zichtcontact kan leiden tot hoogoplopende woede, die dan vaak binnen de eigen familie of groep wordt afgereageerd. 

Aangepast verblijf

De opzet en de middelen die bij het samenstellen van de apenverblijven zijn gebruikt, blijven hetzelfde. Maar er zijn natuurlijk ook aanpassingen per apensoort. Niet alleen is de grootte van een aap belangrijk bij het bepalen van de grootte van het verblijf, ook zijn natuurlijk gedrag bepaalt de inrichting.

Een gibbon leeft bijvoorbeeld in het wild vrijwel altijd hoog in de bomen. Op de grond voelen zij zich dus onzeker. In Apenheul is een hoog binnenverblijf gemaakt waar klim- en slingermogelijkheden de bovenlaag van het verblijf bruikbaar maken. Er is een rek onderlangs het plafond aangebracht, waaraan ze zich aan hun armen kunnen voortbewegen. Ook het voedsel wordt hoog aangeboden.

Materiaal verblijf

De binnenverblijven worden altijd gemaakt van een aapvriendelijk materiaal. Roestvrij staal is bijvoorbeeld niet aap-vriendelijk; het voelt koud aan bij beetpakken. Het meest aapvriendelijk is hout. Omdat er sinds 1982 geen tropisch hardhout meer wordt gebruikt in Apenheul moet het inlands hout dat wél voor het interieur en buiten-objecten wordt gebruikt behoorlijk vaak worden vervangen. Maar daar staat veel knaag- en bijtplezier van de apen tegenover. Ook worden balkjes van ge-recycled plastic toegepast. Die voelen als hout aan, maar zijn beter schoon te maken.

Gaten

Bij de in- en uitgangen van een verblijf is gebruik gemaakt van kunststof 'flappen'. De flappen houden de warmte binnen, de kou buiten en voorkomen tocht. Voor de bediening van de flappen hebben apen dezelfde handigheid nodig als wanneer ze bijvoorbeeld in het oerwoud een groot blad opzij houden dat over een tak hangt, om over die tak verder te kunnen lopen. De apen kunnen zich binnen pas veilig voelen wanneer zij hun omgeving in de gaten kunnen houden. In een apenverblijf zijn ramen of kijkgaten naar buiten daarom essentieel.

Slapen

Iedere keer begint bij het slapen de onveiligste periode van het etmaal. Als je slaapt kan je niet meer op vijanden reageren, of pas veel te laat. Apen zoeken dus een zo veilig mogelijke plek uit om te slapen. De meeste apen slapen daarom niet graag op de grond. In het regenwoud is het daar het gevaarlijkst. Bovendien is het er kouder en natter. Zo slapen dwergaapjes in het wild veelal in holle bomen en verlaten (vogel)nesten. In Apenheul hebben zij slaaphokjes die als de holte in een boom functioneren. Andere apen slapen in het wild op een dikke tak, vaak meerdere apen die het goed met elkaar kunnen vinden bij elkaar, de kinderen bij hun moeder en het liefst allemaal in de buurt van de (beschermende) leider. In Apenheul doen slaapplanken dienst als slaaptak. Sommige gorilla's slapen in het wild wel op de grond. In Apenheul krijgen ze genoeg materiaal, zoals stro en houtwol, om een warm slaapnest te kunnen maken.