Op de koffie
Men is soms wat achterdochtig als (buitenlandse) organisaties belangeloos komen helpen. Door je gezicht regelmatig te laten zien weten ze met wie ze te maken hebben. En zo hebben we ook de mogelijkheid om met de mensen te praten over eventuele problemen of wensen en begrijpen we beter wat er speelt.
Ook nu was het weer erg leuk om met de mensen te praten tijdens de vele maaltijden en kopjes koffie waarvoor ik werd uitgenodigd. In het openbaar durven de mensen niet te praten, terwijl ze thuis juist heel open en gemoedelijk zijn. Ze zien me niet meer als ‘de buitenlander van de NGO’, maar als een goede vriend die naar ze luistert. En dat maakt het werken een stuk plezieriger.
Een paar dagen verderop
Soms bezoek ik ook het tweede dorpje waar we actief zijn: Añazco Pueblo. Maar dan moet ik echt de tijd hebben, want de tocht ernaartoe is erg zwaar en duurt ruim anderhalve dag. Onderweg slapen we dan onder een overhangende rots bij een riviertje, waar we ’s morgens bij het ontbijt vaak een lekkere vissoep hebben. Zo warm je weer op na een nacht in de koude buitenlucht.
Door het slechte pad is de tocht alleen te maken tijdens de ‘droge’ maanden, als er iets minder modder is. En zelfs dan is het een uitdaging. Maar het mooie is dat we tijdens zo’n tocht altijd slingerapen zien! Ze lijken zich vanuit de bomen te verwonderen over waarom we ons toch zo druk maken…